Verdienmogelijkheden (6): energiebesparing

Dit is een belangrijke verdienmogelijkheid. Enerzijds omdat energie een aansprekende en bekende vorm van geld verdienen is, anderzijds omdat hij ook echt zoden aan de dijk zet. Het gaat hier in het cahier specifiek om besparingen die je kunt realiseren in het transport(-verlies) van energie in de nieuwbouw van woningen en commercieel vastgoed. Waarom alleen transport noemen als besparingsmogelijkheid? Omdat besparingen in het verbruik nog apart aan bod komen onder verdienmogelijkheden (7): energieproductie. Waarom alleen nieuwbouw? Daar geeft de tekst niet echt een antwoord op, ik vermoed dat bij bestaande bouw het transport al voor langere tijd bepaald is en daar dan minder is te halen. Maar terug naar het transport van energie: daar ligt een potentieel aan besparing van 40%! De hoogte van dit percentage is voor mij in ieder geval een verrassing. Als dilemma (waarom gebeurt het dan niet op grote schaal als hier met bestaande technologie zoveel is te halen?!) wordt door de tekst genoemd dat bestaande belangen van energiereuzen in de weg zitten en dat bouwers onkundig of ongeïnteresseerd zijn. Verder is de regelgeving complex en weinig uitnodigend voor vernieuwende toepassingen. Als het klopt wat hier staat vermeld dan trek twee conclusies: 1) er moet ruchtbaarheid worden gegeven aan dit besparingspotentieel, het moet een ‘issue’ worden, 2) beleidsmakers moeten eens stevig met de energiereuzen aan tafel gaan zitten om niet-vrijblijvende afspraken te maken (als Neelie Smit-Kroes kan afdwingen dat de kosten van je mobiele telefoonrekening in het buitenland omlaag gaan, dan moet hier ook meer mogelijk zijn?). En hoe kan het zo zijn dat ‘bouwers onkundig en ongeïnteresseerd kunnen blijven als hier zoveel is te halen? En waarom maakt niemand zich hier dan echt druk over? Dat lijkt een duidelijk geval van onvoldoende marktwerking.

Rudy van Stratum

Verdienmogelijkheden (5): delfstoffenwinning

Wat deze verdienmogelijkheid eigenlijk zegt is: als je iets op een locatie wilt doen, dan is het handig als er waardevolle spullen in de ondergrond zitten. Die waardevolle spullen kun je dan namelijk verkopen waardoor je een hoger budget beschikbaar hebt dan je zonder die waardevolle spullen zou hebben. In de praktijk in Nederland gaat het dan voornamelijk om zandwinning en grindwinning. Voorbeelden zijn de realisatie van de Grensmaas in Limburg en de herinrichting van de Veluwerandmeren. Er zijn wel wat mitsen en maren. Om te beginnen moet er maar net wat waardevols onder de grond zitten, anders ben je snel klaar. Dan is nog een punt dat de baten van deze delfstoffenwinning sterk conjunctuurafhankelijk zijn (lijkt me een luxe probleem vergeleken met het eerdere punt van non-aanwezigheid). Tenslotte is er nog sprake van (niet altijd even duidelijke) afdrachten aan het Rijksvastgoed- en ontwikkelbedrijf.

Rudy van Stratum

Verdienmogelijkheden (4): cultuur

Met deze verdienmogelijkheid wordt bedoeld het betrekken van de kansen die kunst en cultuur biedt bij de gebouwde omgeving. Kunst en cultuur kunnen een (economische) bijdrage aan een gebied leveren (zie bijvoorbeeld dit eerdere artikel op deze site). Succesvolle musea trekken bezoekersstromen aan, door meer ketensamenhang tussen de verschillende voorzieningen in een gebied (ik denk hier maar aan het beter laten aansluiten van de bus en de trein als metafoor) blijven bezoekers langer in een gebied en geven ze meer uit. De stijgende inkomsten van deze langer blijvende bezoekers vormen een bredere economische basis van de ontwikkeling van de regio. De verschillende betrokken culturele instituties (ketenpartners) zouden zich meer bewust moeten worden van de kansen die deze samenhang biedt, het cahier pleit hier voor meer ondernemerschap bij kunst en cultuur zodat ze eerder en beter werk maken van de samenhangende arrangementen (sorry voor het jargon, maar ik probeer dicht bij de oorspronkelijke tekst te blijven 🙂 ).Lees verder

Verdienmogelijkheden (3): bouw

Met de verdienfactor ‘bouw’ wordt hier bedoeld dat door verdere ketenintegratie voor, tijdens en na de bouw kosten kunnen worden bespaard bij gelijkblijvende of hogere kwaliteit. Dit fenomeen wordt ook wel integraal ontwerpen en bouwen genoemd. Vanaf het eerste moment moet helder zijn wat voor wie en met welke reden iets gebouwd gaat worden. Alle betrokken partijen werken van meet af aan samen om dat doel, de beste oplossing voor de vraag van de klant, te bereiken tegen minimale kosten. En de keten bestaat uit vele partijen: opdrachtgever, architect, aannemer, adviseur, installateur, gebruiker en zo verder. Lees verder

Verdienmogelijkheden (‘Nederland boven water’)

Onlangs is een boekwerkje verschenen getiteld ‘Verdienmogelijkheden’ met als ondertitel ‘cahier gebiedsontwikkeling’. Het is een uitgave onder de vlag van innovatieprogramma ‘Nederland Boven Water’. Het gaat hier om een langjarig programma waar (denk ik) nogal wat geld achter zit  en waar ook zware mensen uit bedrijfsleven en overheid in allerlei gremia zijn vertegenwoordigd. Het thema verdienmogelijkheden heeft mijn aandacht en mijn verwachtingen waren hoog gespannen toen ik van dit boekwerkje hoorde. Om mijn verwachting vooraf te toetsen had ik al een powerpointpresentatie met de hoofdlijnen gedownload en dat smaakt naar meer. Je kent dat wel, je wordt lekker gemaakt en uiteraard moet je dan het boekje zelf bestellen. Voor 25 Euro heb ik dus het boekje bij bol.com besteld. Om maar met de deur in huis te vallen: toen ik het boekje uit de verpakking was de teleurstelling groot. Een flinterdun boekje met wat grote letter teksten en plaatjes. Eigenlijk de powerpoint presentatie maar dan op mooi papier afgedrukt en nog wat teksten ervoor en erna. En dat voor 25 Euro en voor zo’n groot en zwaar opgezet initiatief.

Maar goed, dat was mijn eerste indruk. Uiteraard heb ik het boekje zelf ook gelezen. Dat gaat makkelijk in minder dan een uur. U ziet dat ik me probeer in te houden en dat het me niet goed lukt. Ik vind 25 Euro gewoon te veel voor een flyer. Ik had er meer van verwacht, ik ben en blijf teleurgesteld. Stoppen nu met dat gevoel, even zakelijk worden.

Laat ik beginnen met wat ik er goed aan vind. Goed is het initiatief zelf. In deze tijden is er echt behoefte aan meer inzicht in hoe je zaken voor elkaar kan krijgen die zich op langere termijn terug verdienen maar die om wat voor reden dan ook (gebrek aan ambitie, politieke impasse, liquiditeitsprobleem etc) niet van de grond komen. Ook goed is de inleiding van het boekje waar een duidelijke signaal functie vanuit gaat, zeker omdat Nederland boven Water een ‘zwaar’ initiatief is met grote namen erachter. Ook goed, tenslotte, is dat er 29 verdienmogelijkheden op een rijtje zijn gezet. Dat vormt een mooi overzicht waar je makkelijk naar terug kunt grijpen als je om inspiratie verlegen zit.

Wat ik er minder goed aan vind dan. Het ontbreekt aan een overkoepelend theoretisch kader waarin de begrippen en hun onderlinge relaties duidelijk worden gemaakt. Het ontbreekt aan duidelijke cijfermatig uitgewerkte didactische voorbeelden. Het was fijn geweest als er met een paar standaard financiële uitgangspunten voorbeelden concreet waren uitgewerkt. Je zou dan ook die uitwerkingen op een rijtje kunnen zetten en in categorieën kunnen indelen: welke aanpakken lenen zich nu voor welke problemen, welke leveren vooral in het begin wat op en welke later in de tijd. Waar gaat het om echte rendementen en waar om publieke rendementen. Waar moet uiteindelijk toch geld bij en waar niet. Waar kunnen private partijen het oplossen en waar is de overheid nodig en in welke rol. Dan de voorbeelden (of praktijkcasussen) die bij de verdienmogelijkheden worden gegeven. Die hebben in mijn ogen het karakter van halve reclame-uitingen, ze zijn onvoldoende uitgewerkt en onvoldoende neutraal en kritisch met eigen inspanning van de onderzoekers bekeken en beoordeeld, het zijn bij wijze van spreken de woorden van de wethouder die het lintje doorknipt zelf. Hier had ik een meer objectieve, neutrale, diepergravende toets en uitwerking willen zien, een kijkje achter de schermen waar we met zijn allen wat van kunnen leren.

Wat ik kan doen is de 29 verdienmogelijkheden doorlopen en van commentaar en reflectie voorzien. Ik maak er een feuilleton in 29 afleveringen van. Als ik uiteindelijk niets toevoeg aan wat er al in het boekje staat, dan spaar ik u in ieder geval die 25 Euro uit. Dus het volgende bericht zal ‘Verdienmogelijkheden (1): beheer’ heten. Het laatste ‘Verdienmogelijkheden (29): zorg’.

Rudy van Stratum

 

 

Slimbouwen en ‘innovation by addition’

Via het initiatief van deze site kwamen we uit op het concept van slimbouwen, www.slimbouwen.nl. Ik ben meteen getriggerd door wat ik lees op deze site. Het is lastig te achterhalen waar het hier nu precies om gaat. Wie zijn de initiatiefnemers? Wat zijn de belangen? Is het een idee of zitten er ook echte producten achter? Even denk je: hier zitten wat partijen bij elkaar die even wat minder werk hebben en vanuit commercieel belang een leuke noemer hebben bedacht.

Het lijkt erop dat het initiatief is terug te voeren op de persoon van prof Jos Lichtenberg van de TU Eindhoven. In 2004 sprak hij een rede uit over het achterblijven van echte innovaties in de bouw. Ik heb die rede er eens bij gehaald. Interessant leesvoer. Lichtenberg wijst erop dat de Romeinen 2000 jaar geleden in hoofdlijnen al dezelfde constructietechnieken beheersten als wij. Ze stapelden met steen (stapelbouw, flatgebouwen met kamertjes), werkten al met complexe koepelconstructies en kenden al sanitaire voorzieningen en (loden) waterleidingen. Eeuwenlang is er niet veel veranderd. Pas veel later tijdens de industriële revolutie is daar staal(skelet)bouw bijgekomen.

Natuurlijk kwamen er andere wensen en mogelijkheden in al die eeuwen maar het fundamentele bouwproces is niet wezenlijk veranderd. Lichtenberg stelt dat er steeds een innovatie op het bestaande werd geplakt. Het nieuwe, bijvoorbeeld het isoleren van wanden, werd een optelling bij het bestaande. Hij noemt dat ‘innovation by addition’.  Feitelijk is zo een gefragmenteerde, suboptimale, lappendeken van technieken ontstaan. Lichtenberg verbaast zich erover dat waar elders regelmatig een totaal herontwerp plaats vindt, dit in de bouw er nog niet van is gekomen. Met name de installatietechniek krijgt ervan langs. Inmiddels maken de installaties eenderde van de totale bouwkosten uit, de leidingen en bekabelingen worden als het ware achteraf in het gebouw verweven waardoor oorspronkelijke ontwerpeisen achteraf vaak geweld wordt aangedaan en het gebouw enorm inboet aan flexibiliteit (wanden even verplaatsen gaat niet meer). Omdat het zwaartepunt bij de afbouw ligt, daar veel activiteiten tegelijk en op het einde binnenin het gebouw plaats vinden, lopen daar de ‘mannetjes’ elkaar in de weg. De bouwketen is complex, gefragmenteerd en elke schakel doet zijn ding vanuit een beperkt eigen perspectief. Ook wordt de keten gedomineerd door enkele spelers die een centrale plek in de sturing innemen (aannemers, projectontwikkelaars) en daar hun eigen belangen hebben. Tesamen met de complexiteit een goede verklaring voor de (ongewenste) status quo.

Lichtenberg komt nu vrij snel in zijn betoog met een alternatief. Te snel naar mijn mening. De oplossing ligt redelijk voor de hand. Ontwerp gebouwen vanuit de werkelijke behoefte van de toekomstige bewoners, zorg voor sequentiele processtappen van ontwerp naar oplevering (zodat mensen elkaar niet in de weg lopen), maak gebruik van modulaire concepten die met grote volumes en prefab tot een daling van kosten leidt, bouw toekomstige flexibiliteit in, kijk niet alleen naar de investeringskosten maar kijk naar de totale levensduur en zo verder. Allemaal prima.

Wat nog mist is hoe je de bestaande status quo doorbreekt. Ik denk altijd dat als een ongewenste situatie desondanks maar in stand blijft, dat daar dan goede redenen voor zijn. Er is sprake van economische belangen, van gemakzucht, van ingesleten patronen en zo verder. Omgekeerd, er ontbreekt bij de beslissers zelf een sense of urgency. Blijkbaar gaat er voor hen nog niet zo veel fout waardoor ze echt in beweging moeten komen. Dat het anders en beter kan, dat zullen ze zelf ook wel door hebben vermoed ik. En zo kom ik weer uit bij de website of het initiatief slimbouwen. Ik denk dat dit precies de kern is: het gaat om een initiatief (het is geen technisch concept, meer een visie of strategie) die als het ware een oproep is voor iedereen die zich aangesproken voelt op deze manier anders te gaan denken en werken. Als een soort zwaan-kleef-aan zou de bal dan moeten gaan rollen. Maar ik kan vanuit de site niet goed zien hoe het er mee staat. Welke partijen zijn aangesloten? Waarom, wat is hun motivatie? Zitten ze op cruciale plekken in de keten zodat ze ook een verandering kunnen afdwingen? Hebben ze inmiddels (we zijn anno 2011 7 jaar verder in de tijd) al wat bereikt? Hoe reageert de traditionele achterban op de early adaptors? Misschien leest Lichtenberg of een van zijn mensen dit stukje wel en vult hij zijn site aan met een update. Ik ben benieuwd.

Via slimbouwen is ook een artikel te vinden dat een verslag vormt een rondetafelgesprek met meerdere van die early adaptors uit de bouwketen. Hier zitten fraaie eye-openers waar ik graag in een apart stukje aandacht aan wil schenken.

Rudy van Stratum

Bedrijven betalen onze snelweg en geven garanties

De afgelopen weken hoorde ik op de radio twee keer een voorstel langskomen dat mijn slimme-financierings-belletje deed rinkelen. Ik maak bij voorbaat mijn excuus voor het niet gelezen hebben van de achterliggende stukken, ik baseer mij slechts op de berichtgeving in de media.

Het eerste plan kwam erop neer dat het bedrijfsleven zo omhoog zat met slechte bereikbaarheid in Noord-Brabant dat bedrijven bereid zijn om mee te betalen aan de verbetering van de A59. De extra verhoging van de WOZ-waarde die bedrijven bereid zijn te accepteren zou jaarlijks 3 ton extra inkomsten genereren. Het zou dan gaan om een verhoging van de OZB van zo’n 150 Euro per jaar per miljoen waarde onroerend goed. Ik kan zo niet inschatten of dat bedrag van 3 ton substantieel is ten opzichte van de totale investering. Ik neem aan dat voor de uitvoerbaarheid de verhoging geldt voor álle bedrijven in de regio (hoewel niet alle bedrijven even veel zullen profiteren). Ik weet ook niet of de (extra!) verhoging eeuwigdurend is of na een aantal jaren weer wordt terug gezet naar het oude niveau. Maar los van deze technische uitwerkingskwesties lijkt dit een kwestie van slimme financiering. Toekomstige extra revenuen bij bedrijven als gevolg van een investering door de overheid in het heden worden afgeroomd. Als gemeenten balanstechnisch in staat zijn die toekomstige extra kasstromen om te zetten naar meer vrije liquiditeit in het heden dan zou zo’n investering kansrijker moeten worden.

Een ander plan kwam erop neer dat een consortium van bedrijven een garantie zou geven op een maximale filelengte in Brabant en de Randstad van 3 kilometer als er nu 1 miljard door het Rijk wordt geïnvesteerd in nieuwe technologie. Goh, interessant denk je dan, daar zal goed over zijn nagedacht want een garantie geef je niet zomaar. Er zal wel een conditie zijn opgenomen dat als de file dan 1 dag per kwartaal 4 kilometer lengte is en dat bijvoorbeeld 2 kwartalen op een rij, het consortium acuut zelf het miljard uit de eigen portemonnee vist en overmaakt naar het Rijk. Maar de journalist begon door te vragen. Wat is dat dan voor garantie? Een vaag antwoord volgde, maar dit antwoord kwam erop neer dat het consortium echt de overtuiging had dat het ging lukken. Ja maar, probeerde de journalist nogmaals, als ik een auto koop en ik krijg garantie dan kan ik als mijn auto stuk is terug naar de garage en dan wordt het voor mij weer netjes hersteld zonder kosten (en desnoods krijg ik mijn geld terug). Dus hoe zit dat dan bij jullie? Weer een lang verhaal, maar weer geen echt antwoord. Geen garantie dus, concludeer ik dan, er werd niet gerept over boetes of terugbetaling van de hoofdsom. Dan de inhoud van de maatregelen. Ook hier weinig nieuwe dingen. Het ging vooral om het koppelen van veel informatie die al beschikbaar was of nog beschikbaar zou komen. Maar dat gebeurt nu ook al en zal uit zichzelf nog wel even doorgaan, en dat zonder sturend overheidsingrijpen. Misschien heb ik de clou gemist maar mijn boerenverstand zegt dat het hier gaat niet om een slimme financiering maar om een slimme verkooptruc. Geef ons maar extra opdrachten van een miljard zodat wij gesubsidieerd onze producten kunnen verbeteren. Waarschijnlijk leidt het tot minder files, maar als dat niet zo is, tja dan hebben we ons gewoon vergist, met nóg een miljard zal het ons zeker wél lukken.